Rijkscommissaris Seyss-Inquart vestigde zich in de zomer van 1940 op het landgoed Clingendael in het meest noordelijke stadsdeel van Den Haag. Hiermee werd Clingendael een bestuurlijk centrum voor de Duitsers in Nederland. Langs de oostkant van Clingendael werd een tankgracht gegraven, en op verschillende plaatsen kwamen wapenopstellingen te staan. In het bos ten westen van het herenhuis werd in 1941 een wachtgebouw gebouwd voor de Grüne Polizei. Verder bouwden de Duitsers verschillende bunkers, waaronder die van Seyss-Inquart, en voor de rondom verdediging waren in de nabijheid enkele Tobruks gebouwd. De belangrijkste werken waren de geschutskazematten van het type ( 625 ). Dit type bunker was in de gehele Stutzpunktgruppe met 20 exemplaren de meest voorkomende Regelbau. De werken in deze stelling verdedigden de Hauptkampflinie en de toegang tot Stutzpunkt Clingendael.
” Stutzpunkt Clingendael, bunker voor anti-tankgeschut. Type 625 “
The rest of the photos are still following! Under Construction.
“Panzer-afweergeschut'”
Deze foto’s zijn van enkele jaren terug, toen ik een nachtje mee op pad was met de heren van de Haagse Bunkerploeg. Het 2e exemplaar, eveneens van het ( type 625 ) bevind zich aan de overkant van de Benoordenhoutseweg. De bunkers liggen in een rechte lijn tegenover elkaar, en hadden als taak de toegang tot Stutzpunkt Clingendael te verdedigen. In beide bunkers stond anti-tank geschut opgesteld, om indien nodig de vijand onder vuur te nemen. De bunker ligt geheel ondergewerkt en is niet toegankelijk.