De kustdorpen Noordwijk en Katwijk vielen binnen Stutzpunktguppe Katwijk-Noordwijk. Dit gebied met infanteriesteunpunten verdedigde twee fronten: het Seefront direct aan de kust dat doelen op strand en zee bestreek en het Landfront met doelen in het achterland. Het Seefront moest in de bebouwing van Katwijk aan Zee en Noordwijk aan Zee worden ingepast. De gevolgen waren groot. De boulevard van Katwijk werd nagenoeg geheel gesloopt tot een diepte van honderd meter landinwaarts. Alleen de Vuurbaak en de Anderaskerk met uitzondering van haar toren bleven gespaard voor de grootschalige sloop in 1944. Noordwijk kwam er beter vanaf. De boulevard bleef grotendeels ongeschonden. Wel werden enkele honderden bewoners verplicht geëvalueerd. ( Bron: Rondwandelingen Langs Militair Erfgoed ).
” Observatiepost in Widerstandsnest 251 ( Landfront Katwijk ) “
The rest of the photos are still following! Under Construction.
Voormalige militaire waarnemingspost, bijgenaamd de Koepel, omstreeks 1942 gebouwd in opdracht van de Duitse bezetter als onderdeel van de ( Atlantikwall ) de kustverdedigingslinie die tussen Noord Noorwegen en Zuid Frankrijk is aangelegd. De waarnemingspost, die bestaat uit een bovengrondse zeskantige koepel en twee ondergrondse vertrekken, ligt 37 meter boven de zeespiegel op één van de hoogste duinen in de omgeving en diende om een aanval vanaf de landzijde te signaleren. De bunker had alleen een functie als uitkijkpost en was niet bestand tegen bombardementen of beschietingen. Oorspronkelijk was de koepel, die in camouflagekleuren is geschilderd, meer ingegraven in het duin. De waarnemingspost maakte deel uit van de zogenaamde Stützpunktgruppe Katwijk-Noordwijk, één van de defensieve eenheden van de Atlantikwall in Nederland. Het terrein van Katwijk-Noordwijk besloeg ongeveer 10 bij 5 kilometer en telde een vliegveld (Valkenburg), twee kustbatterijen en een zware luchtafweerbatterij.
Na de oorlog is de uitkijkpost verder vrij komen te liggen.
Oorspronkelijk lag het zand namelijk tot aan de kijkspleet.
Copyright 2021 John Molenkamp.