Ter verdediging van de kust bouwde het Nederlandse leger in de jaren dertig tussen Wijk aan Zee en het Noordzeekanaal een tweetal kustbatterijen. Vlak voor de capitulatie in mei 1940 werd het 12 cm geschut door Nederlands artilleristen onklaar gemaakt door de loop met zand te vullen en een schot te lossen. Het is aannemelijk dat het geschut door deze schade niet door de Duitse Marine ingezet kon worden en dat dit door de (Rückbaustab) direct werd afgevoerd. Op de tactisch zeer gunstige positie van de Batterij II vestigde de Duitse marine de meest noordelijke batterij van de Festung IJmuiden. De bewapening van de batterij geschiedde in augustus 1940 met geschut, dat mogelijk elders in Nederland was buitgemaakt. Tot omstreeks november 1941 droeg de batterij de naam (Nord batterie). In de planning werd opgenomen dat de Nord Batterie, die ondertussen (Batterie Wijk) was gaan heten, herbewapend zou worden met 15 cm geschut. Het bereik was zo’n 20 kilometer. Bron: Ruud Pols & Leo de Vries.
Het 2e model links van de Leitstand gezien. Deze geschutsbunker bood plaats aan het 15 cm geschut en werd speciaal ontworpen voor batterijen waarvan de manschappen en munitie reeds in bomvrije bunkers waren ondergebracht. De bunker bood een schootsveld van 120 graden met een elevatie van min -8 tot + 35 graden. Het bereik was zo’n 20 kilometer.
In de bunker waren nissen aanwezig voor de handvoorraad munitie ( 150 granaten en bijbehorende kardoezen ).
Achterzijde van de bunker.