De Duitse Marine maakte van het Forteiland in de monding van het Noordzeekanaal een kernwerk van de Festung IJmuiden. De verdediging bestond uit een kustbatterij met drie geschutsbunkers van het (type: M 170) en drie manschappenbunkers (type: 656). De vuurleidingspost (type: 636) van de batterij stond bovenop het oude fort. Drie kanonnen, zes stuks pantserafweergeschut en zes zware machinegeweren, alle in bunkers , verzorgden de rondomverdediging. Het eiland zelf werd beschermd door twee granaatwerpers onder pantserkoepels en acht machinegeweren, opgesteld onder vier pantserkoepels. Het strandje aan de westkant van het eiland was versperd door een drakentandhindernis. Na 1945 verdween bijna tweederde van het Forteiland. Wat resteert zijn het oude fort en elf Duitse bunkers, waaronder twee geschutsbunkers, een kanonbunker (type: 671) en een bunker voor twee machinegeweren onder een pantserkoepel (644) die laatste is tegenwoordig het enige nog resterende exemplaar in Europa.
Het bunkertype: V 191 (Wasserbomwerfer) op het zuidwestelijke deel van het Forteiland
Oorspronkelijk bevonden zich twee van dit type bunkers op het eiland, maar na de verkleining van het eiland in de jaren ’60 is er maar één overgebleven. Deze bunker was bedoeld om dieptebommen in het kanaal te werpen, en doorgedrongen vijandelijke schepen tot zinken te brengen. De bunker staat geregistreerd onder het (bouwnr. 5852) en heeft twee ruimtes waarin de dieptebommen lagen opgeslagen.