De Duitse Marine maakte van het Forteiland in de monding van het Noordzeekanaal een kernwerk van de Festung IJmuiden. De verdediging bestond uit een kustbatterij met drie geschutsbunkers van het (type: M 170) en drie manschappenbunkers (type: 656). De vuurleidingspost (type: 636) van de batterij stond bovenop het oude fort. Drie kanonnen, zes stuks pantserafweergeschut en zes zware machinegeweren, alle in bunkers , verzorgden de rondomverdediging. Het eiland zelf werd beschermd door twee granaatwerpers onder pantserkoepels en acht machinegeweren, opgesteld onder vier pantserkoepels. Het strandje aan de westkant van het eiland was versperd door een drakentandhindernis. Na 1945 verdween bijna tweederde van het Forteiland. Wat resteert zijn het oude fort en elf Duitse bunkers, waaronder twee geschutsbunkers, een kanonbunker (type: 671) en een bunker voor twee machinegeweren onder een pantserkoepel (644) die laatste is tegenwoordig het enige nog resterende exemplaar in Europa.
Het type: 644 met de nog aanwezige Pantserkoepel is vandaag de dag het enig nog resterende exemplaar in Europa. Door het verkleinen van dit bijzondere eiland in de jaren na de oorlog is nagenoeg het hele Kernwerk verdwenen.
Van de infanteriewerken resten slechts deze ( 644 ), ( 635 ), één ( V 191 ) één ( Vf 2a ) de ( 671 SK ) en een dubbele ( 668 ). Opvallend aan het bunkertype: 644 is de wanddikte van 3,5 meter. Deze extreme wanddikte zorgde voor een hoog betongebruik.
Twee acteurs ( Re-enactors ) in Duitse kledij bij de ingang van de bunker.
Voor de rondomverdediging was in de vleugelmuur een Tobruk verwerkt.
De 25 cm dikke Pantserkoepel die één meter boven het dak van de bunker uitstak en voorzien was van zes schietgaten, wat de koepel de naam ”6-schartenturm” gaf. In iedere koepel waren echter maar twee machinegeweren voorhanden. Deze waren van het type: Mg 34 en konden voor de verschillende schietgaten worden gepositioneerd. Het gewicht van de Pantserkoepel bedroeg meer dan 50 ton.
Zodra er van positie werd gewisseld, werd de schietopening afgesloten door een pantserluik.
Het schootsveld gezien van binnenuit.
Om de wapens en manschappen afdoende te beschermen tegen de inzet van vlammenwerpers, waren de koepels meestal aan de binnenzijde bekleed met een asbest afwerking. Voor de montage van de koepels en installaties zorgde genisten van de Pioniere Abteilung.
Ook de Pantserdeuren zijn nog in de bunker aanwezig!
Deze jongedame bekijkt met veel bewondering de plafondconstructie.
Doorkijk richting één van de verblijven.
Een gids geeft uitleg over het ventilatiesysteem.
In vrijwel alle ( S.t. ) bunkers was zo’n luchtzuiveringsinstallatie aanwezig!.
Voorportaal met schietgat in de muur.