Tobruk ( 1 )

Ten zuiden van de kustbatterij Heerenduin bouwde de Duitse luchtmacht de luchtdoelbatterij Olmen, onderdeel van de luchtverdediging van de Festung IJmuiden. De batterij omvatte vier opstellingen voor luchtdoelgeschut. Twee bunkers van het type FL 243 en twee van het type FL 249, waarbij het ene type het spiegelbeeld was van het andere. De bunkers bestonden uit een achthoekige bedding met munitienissen, die via een trap verbonden was met het naastgelegen manschappenverblijf. De vuurleidingspost lag bijna honderd meter noordelijker en was van het type FL 244, maar met de bovenbouw van het type FL 311. Dit was een vrij omvangrijke bunker met voor een commandobunker opvallend veel legeringsruimten. De waarnemingen en metingen werden gedaan vanuit open observatieposten aan de voorzijde van de bunker. Tussen de vuurleidingspost en de vier opstellingen lagen drie beddingen voor licht luchtafweergeschut, dat de batterij tegen laagvliegende aanvallers moest verdedigen.

Als nabijverdediging zijn in de Batterie Olmen meedere Tobruks geplaatst.

Ter bescherming van de grotere kazematten op een complex, was rond het gebied een ‘ring’ aangelegd van prikkeldraad, mijnenvelden en op strategische punten een Tobruk. Het bouwwerk kwam voor als losstaande constructie en als een onderdeel van een grotere bunker.

Dit bunkertje werd meestal door één of twee personen bemand, en was in gebruik als observatiepost of mitrailleurnest. Later werd het model, een gewapende betonnen gevechtsruimte met een 8-hoekig of rond gat aan de bovenzijde, overgenomen door de Duitsers en zo vanaf 1942 in Europa geïntroduceerd.

Zijaanzicht Tobruk, met op de achtergrond één van de geschutskazematten van de Batterij Heerenduin.