Centraal in het noordelijk deel van de Festung Hoek van Holland en op veilige afstand van de kust ligt het Staelduinse bos. Het Duitse leger onderkende de voordelen van deze positie en bouwde hier twee hoofdkwartieren en een kleine artilleriestelling. Het oudste complex in het bos bestond uit een zevental dunwandige munitie-bunkers, mogelijk behorend bij de kustbatterij Vineta. Aan weerszijden van de weg naar deze bunkers verees het hoofdkwartier van een regiment infanterie en daarna van de commandant van de gehele Festung. De opbouw van het complex is opvallend. Een rechte weg deelt het complex in twee delen. Centraal lag de commandobunker (type 608) met aan de overkant van de weg een dubbele manschappenbunker (tweemaal type 501). De commandobunker vormde het middelpunt van een denkbeeldige cirkel, waarop drie munitiebunkers van het type 134, drie manschappenbunkers van het type 502, een hospitaalbunker (type 118c) en vier bakstenen bergplaatsen geplaatst zijn.
Het Stutzpunkt XIX in het Staelduinse Bos werd aan de westzijde beschermd door een infanterie-opstelling, waarbij twee pantserafweer-kanonnen, vermoedelijk 7,5 cm Pak 97 (f), waren ingedeeld. Voor deze stukken was een mobiele inzet vanuit voorbereide opstellingen en wisselopstellingen in en om de bosrand voorzien. Zij waren daarom niet permanent ondergebracht in bunkers, maar bomvrij gestald in gedekte geschutsremises van gewapend beton van het type 672, waarin ook de voorraad gebruiksmunitie was ondergebracht.
De situatie nu ( type: 672 ) met het Baunr. 9321.
Zijaanzicht van de bunker.