Type: 610

Centraal in het noordelijk deel van de Festung Hoek van Holland en op veilige afstand van de kust ligt het Staelduinse bos. Het Duitse leger onderkende de voordelen van deze positie en bouwde hier twee hoofdkwartieren en een kleine artilleriestelling. Het oudste complex in het bos bestond uit een zevental dunwandige munitie-bunkers, mogelijk behorend bij de kustbatterij Vineta. Aan weerszijden van de weg naar deze bunkers verees het hoofdkwartier van een regiment infanterie en daarna van de commandant van de gehele Festung. De opbouw van het complex is opvallend. Een rechte weg deelt het complex in twee delen. Centraal lag de commandobunker (type 608) met aan de overkant van de weg een dubbele manschappenbunker (tweemaal type 501). De commandobunker vormde het middelpunt van een denkbeeldige cirkel, waarop drie munitiebunkers van het type 134, drie manschappenbunkers van het type 502, een hospitaalbunker (type 118c) en vier bakstenen bergplaatsen geplaatst zijn.

Vanuit deze commandopost leidde de commandant van een versterkte compagnie het gevecht. In het Staelduinse bos was dit de commando-post van de sector noord/oost. Inclusief de commandant waren 12 personen in de bunker ondergebracht. Van meet af aan wordt Hoek van Holland door de Duitsers krachtig verdedigd, te vergelijken met Den Helder, IJmuiden en Vlissingen.

Op een klein oppervlak verrijzen grote aantallen verdedigingswerken ( in Hoek van Holland maar liefst ruim 1100 bouwwerken ). In bovenstaande Stutzpunktgruppe, later zelfs Festung genoemd, wordt een verdediging in de diepte gemaakt, waarbij het hart wordt gevormd door een Kernwerk.

In Hoek van Holland worden twee sectoren geformeerd, respectievelijk noord en zuid van de Waterweg. ter versterking van het landfront worden natuurlijk waterhindernissen gebruikt; waar die ontbreken worden tankgrachten aangelegd. Draadversperringen worden aangebracht. wegen en spoorwegen worden versperd, bruggen afgebroken danwel ondermijnd.

Schietgat voor de nabijverdediging, rechts van de ingang.